De geschiedenis van het Horster Klooster

 Naar de inleiding geschreven door Leo Zilessen

Terug naar de vorige pagina

Terug naar het begin

 De geschiedenis van het Horster klooster vervolg

Vervolg van de geschiedenis van het Horster Klooster

De zusters, geschreven als het Franse Soeur, van de Horst vielen feitelijk onder het bisdom Breda. Verschillende keren was er contact en werd er wel 1 tot 2 keer per week gereisd naar het klooster van Malden.Terwijl er in de correspondentie regelmatig gesproken wordt over Mere Vincentia (de nieuwe algemene overste van het moederklooster Mariadal te Roosendaal) en zuster Angelina, en in Malden over Mere Nathalia en Soeur Sup. Thecla van Malden, waren de navolgende zusters hoofdzakelijk op de Horst werkzaam. De zusternamen zijn hun geestelijke namen, en dus niet hun echte wereldlijke. Gemiddeld waren er hier op de Horst 12 zusters:

Zuster Marie Angelina.

Zuster Marie Joseph (deze was o.a. de schrijfster van de verschillende evacuatieverhalen).

Zuster Joseph (lerares Engels en onderwijzeres voor handwerk).

Zuster Anysia (lingerie en costumiere, kleuterschool en handwerk).

Zuster Felicissima (ziekenverzorgster).

Zuster Remi (freubel=lerares naar ideeen van Friedrich Freubel).

Zuster Veronique (refectores=voor de eetzaal en refter van het klooster).

Zuster Theobalda (was en tuinwerkzaamheden).

Zuster Marie Sebastiana (het huiswerk, en kok tijdens de oorlogsdagen).

Zuster Willehada (naaikamer en manusje van alles).

Zuster Placida.

Zuster Rosula Ambroisine deze kwam pas 1954.

Zuster Hubertina (de Bruin). Ze overleed op 07-01-1945 in het lazareth te Bedburg-Hau bij Kleef, na een ernstige verwonding aan haar onderbeen door een ingekomen granaat en bijkomende complicaties. Halverwege 1951 wordt haar lijk overgebracht naar het kloosterkerkhof van Mariadal te Roosendaal.

Overigens worden op 15-10-1944 6 mensen door een granaatscherf in het Horster klooster gewond.

  Naast de schuilkelder van het klooster, waren er bij verschillende boerderijen op de Plak en Heikant schuilkelders. Echter vaak voor een eigen gezinsgrootte gedacht. Bij Duighuizen op de Heikant en Krebbers op de Plak (Ketelstraat) stonden een van de weinige, toen nog redelijk onbeschadigde boerderijen, waar meer mensen hun heenkomen konden vinden. Ik dacht dat ook het huis van Siem Lamers (later Verhagen en nu manege) redelijk uit de strijd kwam, maar 100% zeker ben ik niet.

  Verschillende zusters die voor de bouw van 1939 bij bakker Knipping inwoonden, woonden na de oorlog tijdelijk in het huidige Mariëndaal in het dorp.

  Eind 1945 is pastoor van der Leeden duidelijk bang, dat de zusters weg zouden gaan, want bijvoorbeeld zuster Joseph, moet van moeder overste Vincentia, elders heen door gebrek aan religieuze leerkrachten aldaar.

  November 1950 vertrekt wijkverpleegster, zuster Felicissima. Ze was hier op de Horst sinds 01-02-1943.

  In Juli 1952 wordt het idee geopperd voor een klein eenvoudig internaat voor schipperskinderen, en later eventueel de oprichting van een meisjesschool. Ook wordt er gedacht aan een pension voor oude van dagen. Voor het idee van het internaat geeft ook de toenmalige bisschop van Den Bosch, Monseigneur Mutsaerts z’n toestemming.

Terug naar de vorige pagina

Terug naar het begin

 De geschiedenis van het Horster klooster vervolg
 Naar de inleiding geschreven door Leo Zilessen