De geschiedenis van de Christelijke basisschool Windekind - Adelbrecht te Groesbeek 1912 - 1982
De school zelf ten tijde van de opening ervan Er werd na gememoreerde oprichtingsvergadering van de vereniging in 1910 stevig aangepakt. Een groot terrein werd door Jhr. de Pesters kosteloos aangeboden om daarop school en woonhuis voor het hoofd te kunnen bouwen. Men zag de school liever wat dichter bij de kom der gemeente. Accoord, zei de penningmeester, dan bieden mijn dochter en ik elk f 500, -- aan en men kwam met der Kerkvoogdij overeen 7800 m2 grond aan te kopen, aanvaarding 1 mei 1911, voor de prijs van f 1500,--, waarbij de Kerk de koopsom als hypotheek op grond en gebouw vestigt. Wat van het terrein liggend aan de Molenweg, te groot is, zal worden verpacht. En in de Notulen van de derde vergadering kom ik de naam Montenberg al tegen, de vader van de hiervoor al ten tonele gevoerde historieschrijver. Die had als rentmeester bij de afbakening al een vinger in de pap. Met de pachters werd de zaak ook beklonken. "De vooraan gelegen grond, waar de gebouwen zouden komen, kwam terstond vrij en het achterste deel tegen gratis genot van de daarop nu staande rogge, onder de bepaling stoppelbloot 1911." Ik zal u vele markante bijzonderheden besparen. In de vergadering een jaar later gehouden, zegt de penningmeester f 11771,-- nodig te hebben voor grond, bouw en schoolmeubelen. Hiervoor is door het bestuur bij gemeenteleden, "Gustaaf Adolf vereniging" en andere steun toegezegd hebbende instellingen, aan giften en contributies bijeen gebracht f 1208,9 "zodat er voldoende geld is om de bebouwen geheel in orde daar te stellen." Deze getallen zullen ons wel vreemd in de oren klinken en het velen misschien zelf s moeilijk maken om bewondering op te brengen voor wat men toen in zo korte tijd tot stand heeft gebracht. De enorme geldontwaarding maakt vergelijken haast niet meer mogelijk. Maar dat er gezwoegd is en dat men persoonlijk heel veel over had voor het tot stand komen der school bevestigen de beschrijvingen in het Notulenboek wel degelijk. Een voorbeeld toont aan, dat ook de beide eerste leerkrachten met diezelfde intentie handelden, want voor zij benoemd worden stemmen zij in met de bepaling "dat (er) ook (wat) hun (betreft) gene verplichting tot het toekennen der periodieke verhogingen, verboenden aan het wettelijk minimum (traktement) zal bestaan." Zij waren dus al bereid om, in onze tijd omgezet, "in te leveren", meteen naar hun benoeming. En het gebouw? In "Gelria" werd op 5 juli 1911 de openbare aanbesteding gehouden. Er waren 12 inschrijvingen. Aan D. Evers te Nijmegen werd het werk gegund voor f 9892,--. Architect was de heer J.J. Haspels, bekende naam uit de Klokkenberg-familie. Ontworpen was de bouw van 2 lokalen. |
met woonhuis, waaraan later een 3e lokaal werd toegevoegd, omdat het geven van onderwijs door twee leerkrachten in één lokaal als bezwaarlijk werd ervaren. Tot hoofd werd benoemd de heer Jacob van Wely, in bewoordingen zoals vermeld: "oud-élève der kweekschool de Klokkenberg te Nijmegen, op een tractement van f 1200,-- 's jaars, zonder verplichting, enz., zoals bovengenoemd, wèl genot van vrije woning, terwijl bij een bijdrage van f 50, - 's jaars zal genieten voor het geregeld schoonmaken der school, de z.g. grote schoonmaak hieronder niet begrepen" Of hij die schoonmaak zelf moest verzorgen, staat er niet bij. Hij had het zeker gekund, hij was er knap genoeg voor, want behalve dat hij oud-élève was van de toen al beroemde "Klokkenberg", was hij "in het bezit der Hoofdacte, tevens houder der acten wiskunde en fransch, terwijl hij werkte voor het examen duitsch." Voor f 1,-- per maand kreeg je onderricht Franse taal. Men is erg gelukkig geweest in de keuze van het hoofd. Want hij had de leiding der school van de opening op 15 april 1912 tot 1 september 1921 en was daarna nog 45 jaar bestuurslid! De voorzitter Ds. Helders sprak bij zijn afscheid als Hoofd de heer van Wely toe. "Hij dankte hem voor alles, wat hij als hoofd der school heeft gedaan en voor wat hij in meer dan één functie voor Groesbeek geweest is. Den goeden naam onzer school, danken we hem. Dat Christelijk onderwijs onderwijs zijn moet, dat op hoog peil staat, heeft hij geen ogenblik vergeten. Uit erkentelijkheid wat hij deed om den band met de school niet geheel te verbreken, had het bestuur hem tot medelid benoemd."De heer van Wely heeft de school |