De geschiedenis van de Christelijke basisschool Windekind - Adelbrecht te Groesbeek 1912 - 1982
van inkomsten zagen, maar de schoonheid van de natuur van Groesbeek ziende, de smaak te pakken kregen en er zelf kwamen wonen. Zo kocht Willem Elisa Rijnbende omstreeks 1860 een terrein, dat zestig jaren vroeger in erfpacht was verkregen en bouwde huize "De Wolfsberg". Na het overlijden van W.E. Rijnbende in 1889 kwam een deel van dit gebied door vereniging in het bezit van jhr. D.J.A.A. van Lawick van Pabst, die "De Wolfsberg" ging bewonen en na hem zijn zoon, die onder andere burgemeester van Doetinchem en Ede was en daar overleed in 1925. De heer Rijnbende, bewoner van "De Wolfsberg", had een aangrenzend terrein, "De Muntberg", nagelaten aan zijn dochter Johanna Elisabeth Aletta Von Hemert-Rijnbende. Zij lieten daarop ook een landhuis bouwen dat naar de overleden moeder "Ingina-heuvel" werd genoemd. (In 1931 heette het Huize "De Muntberg".) Maar er verrezen meer landgoederen in dit prachtige land. Omstreeks 1886 bouwde Jhr. de Marees van Swinderen op zijn grondgebied ten noord-westen van Groesbeek Huize "Rätia". En als men dit ziet, zou men zich qua stijl in Zwitserland wanen. Het bleef hierbij niet . U voelt, hoop ik, waar ik naar toe wil. Langzamerhand zet ik al de landgoederen als decor op het Groesbeekse toneel om aan te tonen, dat hiertussen best een eigen school zou passen, want het waren Protestantse bewoners. En mijn belangrijkste troef hield ik nog in handen: Huize "Den Heuvel". Men vergeet mij dat ik hierbij wat langer stil sta, omdat van die Heuvel voor mijn betoog belangrijke invloeden naar beneden komen, ter verklaring van de komende gebeurtenissen. In begin dan met hetgeen de heer Montenberg ergens vaststelt: "de grootste
|
invloed (bedoeld wordt in verhouding tot die van de bewoners der andere langhuizen), ten gunste van de Hervormde gemeente Groesbeek, ging echter uit van de bouw van Huize "Den Heuvel". In 1918 werd een stuk heidegrond, deel uitmakende van het Nederrijkse Wald "uitgebaakt" ten behoeve van Matthias Lambertus Singendonk, burgemeester van Nijmegen, Vrijheer van Dieden, (door koop verkregen) Gecommitteerde der Staten Generaal, Raad en Rekenmeester der Domeinen van Wijlen Willem III, koning van Engeland. Het stuk grensde aan twee kanten aan bezit van Singendonk. In 1734 werden de Fraterbergen te Wyler, groot ongeveer 33 morgens, verkocht aan burgemeester M.L. Singendonk. De grootte van het hele bezit zal hierdoor wel aanzienlijk zijn geworden. Een rapport uit 1790 van de eigenaar van de 'dwang-koorn-molen", die stond bij het Nederrijkse Wald, dus tegen het landgoed van Singendonk aan, geeft ons hiervan wel een indruk. De molenaar verklaart: "dat er negen boeren op plaatzen van den Brugemeester woonden,... welke zeer grote huijshoudingen en veel knegten hadden, ook gewoon waer veel varkens te mesten, die alle bij hem ter molen kwamen, dat de consumtie van deeze wel zoo groot en hem zoo veel waardig was, als die van half Groesbeek". En dan noemt bij de namen van de negen boeren. Om hoeveel mensen het hier wel gaat kunnen wij slechts vermoeden, maar wel lees ik dat de boerderijen van het landgoed werden verpacht aan protestantse boeren. U voelt, dat ik met deze uiteenzetting dicht kom bij het antwoord op mijn in de aanhef van mijn artikeltje gestelde vraag over de wenselijkheid van een eigen school voor zoveel Protestanten. Ook hun geestesgesteldheid en die van hun leiding is van niet minder belang. Daarover nog het volgende voor ik tot bijzonderheden kom over de school zelf. Een afstammelinge van deze burgemeesters-familie was JKvr. Anna Singen-Dieden met Mr. Justinus Jacob Leonard van der Brugghen. Deze was president van de Arrondissementsrechtbank te Nijmgen, (in die tijd was Nijmegen overwegend Protestant) en van 1856-1858 minister van Justitie. Hij was van streng christelijken huize en werd een der eerste krachtige voorvechters van het bijzonder onderwijs. Met enige medestanders, waaronder Mr. W. baron van Lijnden stichtte hij in 1844 de eerste bijzonder protestantse school in Nederland, de welbekende "Klokkenberg", thans Paedagogische Academie geheten, te Nijmegen. Vermoedelijk heeft zijn weduwe vrij kort na zijn overlijden in 1863 op het oude familiebezit van Singendonk het landhuis "Den Heuvel" laten bouwen, ook weer in Zwitsers chalet-stijl. Anna overleed in haar landhuis in 1883. En nu kom ik, via lange omwegen met vele landgoederen, waarop grote huizen en talloze boerderijen zijn gebouwd, tot de aanwas van het Protestantse bevolkingsdeel en ben beland bij de familie de Pesters-Singendonk., die rechtstreeks een sterke steun voor de Hervormde Gemeente Groesbeek vormde. |