Winter 1944-1945: Groesbeek geëvacueerd
Groesbeek - Onverwacht wordt Groesbeek op zondagmiddag 17 September 1944 bevrijd. De airborne-bevrijders komen letterlijk uit de lucht gevallen. Zij zijn slechts lichtbewapend. Hun jonge commandant, Generaal James Gavin, weet dat het Duitse leger zal proberen om via Groesbeek weer in Nijmegen te komen. Hij wacht op de komst van het Britse grondleger, dat vanuit België, via 'de corridor' snel zal oprukken richting Groesbeek, Nijmegen en Arnhem.
|
|
Gavin laat zijn airbornes wegversperringen
aanleggen in het buitengebied: Wylerbaan, De Horst, Ashorst, Bruuk,
Breedeweg, Grafwegen en Kikberg/Plasmolen. Wat Gavin vreesde , gebeurt
al op de morgen van 18 september. Vanuit Bedburg-Hau, Kleef en
Kranenburg volgen de eerste Duitse tegenaanvallen. Inwoners van De Horst
vluchten naar het klooster. Die van de Grafwegen, Ashorst naar het
klooster en de kelders van de pastorie van pastoor Hoek. De aanvallen
uit het oosten worden steeds feller. In de nacht van 30 september op 1
oktober volgt de laatste en grootste poging van de Wehrmacht om
Groesbeek te heroveren. Het wordt een vreselijke nacht. Aan Colonjes,
Cranenburgsestraat en Wylerbaan wordt de aanval afgeslagen. Breedeweg
wordt weer Duits. Voor burgers is het leven in Groesbeek niet meer te
harden. Op zondag 1 oktober komt het besluit van burgemeester Van
Grootenhuis, dat geheel Groesbeek onmiddellijk moet evacueren. De
volgende dag trekt een lange stoet Groesbekers met ka rren en
kinderwagens richting Molenhoek, Heumen, Overasselt en Niftrik/Wychen,
te voet: met achterlating van alles een onbekende toekomst tegenmoet,.
Aan de Mooksebaan herinnert een monument aan deze uittocht. Wijchen
bleek al vol met evacués uit Elst en de Over-Betuwe. Inderhaast
konden op stro Groesbekers ondergebracht worden in het zusterklooster
nabij de Graafse brug te Nederasselt. En verder? Men wist het niet.
Aspelare; E H communie met kinderen uit 'Holland' (o.a. uit Groesbeek), Witte donderdag, 29 maart 1945. Midden boven pastoor Hoek, Groesbeek; rechts: zijn collega te Aspelare, G Hetecant. |
Dit bord, opgesteld aan de Nijmeegsebaan niet ver van Dekkerswald, meldt: Verboden Toegang. Gemeente Groesbeek GESLOTEN. Militair gezag. 15 februari 1945, No 16 - overtreding strafbaar. Een lid van de Nederlandse Militaire Politie, of van de de Binnenlandse strijdkrachten (BS) moet het verbod kracht bijzetten. |
Groesbeek verboden gebied In het Groesbeekse buitengebied gaan tijdens de schermutselingen boerderijen in vlammen op. Bewoners vluchten naar kloosters; naar familie en kennissen in Groesbeek-centrum. Zaal De Amstelbron, onder aan de Stekkenberg wordt opvangcentrum. Zo ook De Muntberg. Op 29 september wordt Breedeweg geëvacueerd.Met paard en kar trekken pastoor Hoek, de Duitse zusters en allen die door hen verzorgd worden naar de Lage Hoederberg. In dit buitenhuis van de paters Jezuïeten vinden tal van Groesbekers een gastvrij en redelijk veilig onderkomen. Op 2 oktober komen de laatste Groesbekers aan op de Markt te Wijchen. Zij krijgen te horen: wie familie of kennissen in de omgeving heeft en zeker weet, dat men daar terecht kan, mag er op eigen gelegenheid naar toe. Honderden Groesbekers hebben zelf al zulk een oplossing gevonden: in Overasselt, Niftrik, Ewijk, Alverna. Dan ook over de Maas: in Linden, Gassel, Escharen, Grave of Ravenstein. Of verder: in Reek, Schaijk, Nistelrode, Elsendorp; naar Oss, Teeffelen, Lith, Helmond, Eindhoven of Lage Mierde. Op 9 en 10 oktober moet ook de Lage Hoendeberg verlaten worden. Circa 160 Groesbekers worden door bemiddeling van burgemeester Van Grotenhuis ondergebracht in Overasselt, Nederasselt, Balgoij, Grave en Alverna (klooster). Ook die van de Biesslet en de eersten van Berg en Dal komen hier aan. Per fiets rijdt pastoor Hoek alle genoemde plaatsen af, op zoek naar Groesbekers en parochianen.Overal klinkt kanongebulder. Hij hoort van gewonde en omgekomen Groesbekers. Britse en Canadese militairen hebben de Amerikaanse airbornes afgelost. Groesbeek in nu verboden gebied. Een handjevol Groesbekers van Vrij Nederland, de BS, blijft in Groesbeek; ziet om naar huizen en have en evacueert het achtergebleven vee.
|
Winter 1944-1945: Groesbeek geëvacueerd |
Evacuaties naar België, 1944-1945. De stippellijn geeft de route aan waarlangs achtereenvolgende groepen vluchtelingen uit de frontgebieden in Nederland naar Oost-Vlaanderen weden geëvacueerd, voornamelijk per trein. T Plaatsen in Nederlandvan waaruit een gedeelte der bevolking naar België werd geëvacueerd. (Uit: Dagboek van Pastoor Hoek, 1976) Klik op de foto voor een vergroting
De andere kant van het front Ook aan de andere kant van de frontlijnen werd het leven onhoudbaar. Pastoor C. van der Leeden verzocht de Duitse commandant de inwoners naar bevrijd Grosbeek te mogen evacueren; maar dit werd geweigerd. In de nachten van 17/18 en 18/19 oktober moeten alle overgeblevenen van De Horst te voet naar Kranenburg. Duitse soldaten helpen correct en behulpzaam, met name bij de evacuatie van zieken en bejaarden. Na overnachting in de kerk van Kranenburg gaat het te voet verder naar Donsbruüggen. Twee Duitse vrachtwagens pendelen de evacees - ook die van Ottersum - naar Emmerik. Per pontveer bereikt men Babberich, 's-Heerenberg, silvolde, Groenlo en Doetinchem. De ontvangst is goed. Ook het rode kruis is behulpzaam. Na verloop van tijd kunnen de evacués verder gaan, richting Utrecht (Kockenge bv.), Groningen en Friesland. Pastoor van der Leenden blijft in Silvolde. Begin December 1944: naar Oost-Vlaanderen. Frontstad en regio Nijmegen zit nu vol met vluchtelingen; in een gevaarlijk gebied. De geallieerde militaire autoriteiten besloten om via hun 'Civiel Affaires' de vluchtelingen van Over-Betuwe en Groesbeek over te brengen naar veiliger gebieden., ten westen van Brussel, in Oost-Vlaanderen rond de stadjes Geraardsbergen en Ninove. Vanaf maandag 4 december zullen de transporten naar België plaatsvinden. Verzameld wordt te Neerbosch. Honderden evacués moeten er wachten; lang niet allen kunnen zitten; het is koud; de stemming onder nul. Niemand weet precies waarheen men zal gaan. Om 14.30 uur komen de eerste acht legertrucks. Om 15 uur weer acht trucks. Pastoor Hoek gaat mee. Rond 19.00 uur arriveert het konvooi bij de fabriek van Van Arendonck te Tilburg. |
Daar is het warm; padvinders helpen met de bagage; het eten is voortreffelijk. Op 5 december vertrekt een volle trein met vluchtelingen. De volgende morgen komt men aan te Ath, om 4.00 uur. Allen wordt via administratie een opvangplaats toegewezen. Met legertrucks en Belgische 'scouts' (padvindersstudenten van Gent) worden de komende dagen groepen nieuwaangekomene naar telkens verder gelegen dorpen gebracht. De mensen van Groesbeek komen voornamelijk in de omgeving van Ninove en Denderwindeke, Aspelare en Kerksken. De meeste evacués worden in België hartelijk ontvangen. Ook de dominees Norel en De Groot uit de Over-Betuwe zijn mee naar België gegaan.. De pastores verzorgen een weekblad voor de Nederlanders in de vele Vlaamse dorpen: 'Eigen Geluiden' en 'In de Verstrooiing,' De winter is streng. Door diepe sneeuw of in modder , voortdurend tobbend met kapotte banden, fietst pastoor Hoek alle dorpen af. Er is een actie voor kleding en luiers.
Pastoor Hoek opent een Hollands schooltje te Denderwindeke; een kraamkliniek te Meerbeke. In elk dorp is een Hollands Comité en een 'Hollands Huis', waar men elkaar kan treffen, en waar laatste informatie over vermiste familieleden en de toestand rond Nijmegen worden uitgewisseld. In elke plaats komt pastoor Hoek voor de H. Mis, met een bemoedigend woord; voor dopen, catechismus, biechtenoren, communievoorbereiding en huwelijken. Voortreffelijk is de hulp van de Belgische scouts. Zo ook die van het Nederlands Rode kruis. Het Ardennenoffensief baart opnieuw angst. Hoe lang zal de evacuatie duren? Daarover overlegt pastoor Hoek met vertegenwoordigers van het Nederlands Militair Gezag te Brussel. Er komen nog steeds nieuwe evacués aan in de Denderstreek, vooral uit de dorpen langs de Maas in Noord-Limburg. In totaal zijn er nu ruim 10.000 vluchtentelingen uit de wijde omtrek van Nijmegen in Oost-Vlaanderen, van Ath tot Aalst; bij Geel en Turnhout. Burgemeester R van Grotenhuis komt een keer de Groesbekers opzoeken en toespreken; pastoor Hoek bezoekt hem in Dekkerswald; hoort daar dat Breedeweg op 8 februari opnieuw werd 'bevrijd', maar dat alles totaal verwoest is. Op vrijdag 2 maart komen 2500 'Hollanders' bijeen in de grote kerk te Ninove; : ter bedevaart en gebed voor een behouden en spoedige terugkeer, naar hereniging met dierbaren, waarvan zij niet afweten; die naar Duitsland werden weggevoerd of in Noord-Nederland verbleven, waar de vijand nog meester is en waar grote honger heerst". Kemme heeft met 200 zangers en zangeressen het Lof voorbereid. Pastoor Hoek houdt de toespraak. Het moet een overweldigend samenkomen geweest zijn, als men de ooggetuigen hoort en de verslagen leest. Pas vanaf begin mei 1945 komen de eerste evacués uit Oost-Vlaanderen te Groesbeek terug. De omgewoelde aarde van Groesbeek is bedekt onder een zee van klaprozen; daartussen het dode vee; de onbegraven lichamen van soldaten van vele nationaliteiten. Van het puin der verwoeste boerderijen, huizen, scholen en kerk hebben geallieerde pioniers de 'knuppelweg' aangelegd, vanaf de kerk richting Reichswald en Kleef. Onder de klaprozen schuilen duizenden landmijnen. Maar geest, geloof en hart van de Groesbekers zijn ongebroken. Van dit alles vindt men een verslag in het dagboek van pastoor Hoek; Grafisch bedrijf HW Janssen BV Gennep; maart 1976 Zaterdag 5 maart worden leden van families in Nederland en België, die destijds evacués uit Groesbeek hebben opgenomen, een hartelijk ontvangst bereid.
Bovenstaand stuk is gepubliceerd in het Groesbeeks weekblad op 1 maart j.l.
|