De Groesbeekse korenwindmolens en hun Mulders deel 1
DE GROESBEEKSE WINDKORENMOLENS EN HUN MULDERS, DEEL 1.
Eens
stonden er in Groesbeek vier korenwindmolens, thans nog een. Ten
noorden van de dorpskom stond ‘De
Noordermolen’ en ten zuiden daarvan ‘De Zuidmolen’, in de
buurtschap de Horst ‘De Korenbloem’ en in de buurtschap Breedeweg
‘De Jonge Hermanus.’ De
oudste daarvan was de Noordermolen, gebouwd omstreeks 1400. De eerste
afbeelding daarvan dateert uit 1777 en de opsomming van de namen van
de mulders die in de loop der eeuwen de molen beheerd hebben begint in
dit boek vanaf het jaar 1756. De Noordermolen werd in 1924 verbouwd
tot uitzichttoren, waarna de voormalige molen tot de oorlog fungeerde
als een toeristische attractie. Vanaf
de uitzichttoren zijn omstreeks 1930 prachtige panoramafoto’s
gemaakt, opnames die het landschap van weleer in volle schoonheid
tonen en waarvan er een aantal in deze uitgave zijn opgenomen.
De
Zuidmolen werd opgericht in 1857, De Jonge Hermanus in 1883 en als
laatste volgde in 1905 De Korenbloem. In deze uitgave is de historie
van drie molens beschreven, die van De Zuidmolen zal in deel 2 aan de
orde komen. De uitgave hiervan zal op z’n laatst in 2007
plaatsvinden, in welk jaar De Zuidmolen 150 jaar bestaat. In beide uitgaven wordt uitgebreid aandacht geschonken aan de rol die de molens speelden tijdens de oorlogsperiode 1944 -1945. Zowel de tot uitzichttoren verbouwde Noordermolen als De Jonge Hermanus en De Zuidmolen diende in die tijd tot observatiepost, waarvan later door een Amerikaanse en Canadese oorlogsveteraan verslag is gedaan. Zij deden dit in de uitgave Parachute Soldier en The Guns of Victory, waaruit hun belevenissen te Groesbeek in het Nederlands vertaald zijn overgenomen.
INHOUD Inleiding Over
de korendwangmolen van
Groesbeek en de ontwikkeling van de torenmolen Over
de molen van de Bisselt, de Kreuzfurt en Plasmolen Molenaars
van de Groesbeekse molen, vanaf het midden van de 18de eeuw: Molenaarsechtpaar
Dilles van der Sande –Hendrijn Hopmans Molenaars
Lambert Hopmans en Cornelis Hopmans Openbare
verkoop van de voormalige dwangmolen in 1802 Over
de ‘Transchot –kaart’ uit 1803 en de ‘verpondingslijst’ over
het jaar 1809 Molenaar
Lucas Lamers Verzoek
tot plaatsen van een tweede molen (houten standerdmolen), 1841 Over
de te Wyler geboren G.Roelofs, pelmolenaar, raadslid en wethouder Over
‘mudden’ en ‘scheppen’ en de invoering van het maalloon in 1828 Over
de molenaar Jacobus Jacobs en zijn zonen Antoon en Jan, de
stoomkorenmolen van de Hijkant en de nakomelingen van ‘de Mulder’. Molenaarsfamilie
Fleuren: Gradus, Petrus en Gerardus Over
de leegstand en de verkoop van de Noordermolen, 1924 -1926 Van
windmolen tot uitzichttoren annex café en Heimatmuseum Klaag
– en lofzang op de ontwikkeling van het plaatselijke
vreemdelingenverkeer
Panoramafoto’s
vanaf de uitzichttoren Over
de rol van de uitzichttoren in oorlogstijd en de teloorgang van het
bouwwerk,1940 -1945 Over
de molen van de Horst (de Korenbloem) en de molenaars G. Jacobs, H.
Fleuren, H.
Derks en B. Coenen. Over
de molen van de Bruuk (De Jonge Hermanus) en de molenaarsfamilies P.
Heiming en Van Hoof De
Jonge Hermanus in de vuurlinie, de periode 1944 -45, met fragmenten uit
het oorlogsboek Parachute Soldier
van W. H. Tucker |